Welkom op de weblog van Sporting Lokeren U12.
Volg bij ons een leuke groep talentvolle jeugdvoetballers uit 1e nationale in hun voetbalopleiding. Maak ook kennis met de entourage en alles wat zich rond ons 'team' afspeelt. Veel leesplezier!

donderdag 10 januari 2008

Interview met trainer Wim

Net voor de winterstop mailden we een aantal vragen door naar U12 trainer Wim Vlegels. We kregen een uitgebreid antwoord terug.



Hoe moeilijk/makkelijk is het werken met jongens van 11-12 jaar? En bij uitbreiding met dit team?

Theoretisch gezien zou je elke groep 12-jarigen kunnen benaderen op dezelfde wijze. Iedereen weet dat het zo simpel niet is. Integendeel, elke groep heeft zijn eigenheid. Er zijn natuurlijk de verschillende persoonlijkheden die een rol spelen, maar ook hoe die verschillende persoonlijkheden omgaan met en reageren op elkaar en de trainer. De oudergroep kan ook zijn rol spelen.
In elke groep zijn er ook leiders, die zijn heel belangrijk voor de sfeer in de groep. Het is elk jaar opnieuw een uitdaging om die leiders te ontdekken (vergis je niet, dit zijn niet altijd degene met de grootste mond!), en hen dan zodanig weten aan te pakken dat zij een positief voorbeeld zijn voor de groep. Als trainer probeer je daar zoveel als mogelijk mee rekening te houden.
Even belangrijk zijn de leeftijdseigen kenmerken, zaken die bij deze leeftijd van belang zijn voor je aanpak en je benadering.
Wat deze groep typeert, is zijn gedrevenheid, zijn wil om te winnen. Dit is één van de belangrijke eigenschappen om op het hoogste niveau (want daar spelen zij!) te kunnen evolueren. Op training speel je daar op in door heel veel te werken met puntensystemen, hen uit te dagen en vooral te werken met wedstrijdvormen (zoveel mogelijk mèt tegenstanders dus). Er worden dus constant winmomenten voorzien. Een natuurlijk gevolg is dat het potje hier en daar al eens overkookt in het heetst van de strijd; de ontgoocheling is bij enkelen soms groot na een verloren trainingspartij of na (weer eens) een cruciale twijfelachtige scheidsrechterlijke beslissing van mij. Dit zijn dan ook weer leermomenten om mee te leren omgaan: leren omgaan met verlies, met mislukken, met sterke emotionele gevoelens. Ook tijdens de wedstrijd komen zij in dezelfde situaties terecht. Ook kenmerkend voor deze groep is het feit dat ik nooit zal moeten zoeken in welke kleedkamer ze geplaatst zijn, ik HOOR het wel.
De slotsom is allessinds zeer positief! Het is plezant om met deze kerels te kunnen werken, maar af en toe dienen wel grenzen nog eens duidelijk te worden afgebakend. Ook iets wat heel normaal is in het groeiproces naar volwassenheid.

Wat is jouw voornaamste drijfveer om dit 'werk' te blijven doen?
De motivatie als trainer haal je uit de kereltjes zelf. Hen zien evolueren, zien amuseren, zien samen winnen en verliezen, de kleedkamergesprekken waarin je hen soms heel anders leert kennen, … Ik geef wel toe dat de combinatie onderwijs en training geven op dit niveau soms veel van je vraagt, er kruipt gewoon ontzettend veel tijd in. Als je weet dat in Sparta Rotterdam, een heel modale middenmoter uit Nederland, elke trainingsdag reeds 10 trainers klaarstaan vanaf 15u (en dit is informatie uit eerste hand!), dan weet je het wel.

Voetbal evolueert naar een sneller technisch spelletje, de manier van trainen kan niet achterblijven?
Op nationaal vlak train je op deze leeftijd 3x per week. Voor mij zijn dit ook de belangrijkste momenten. Die heb je als trainer in de hand, je inbreng of invloed op een wedstrijd is heel miniem. Aan trainingen voorbereiden besteed je veruit de meeste tijd.
Wanneer je miniemen gaat opleiden staan twee zaken centraal: techniek en inzicht. Daar gaat dus ook tijdens de trainingen bijna steeds het accent op liggen.
Essentieel voor het leerproces is dat je procesmatig probeert te werken. Het trainingsseizoen is opgedeeld in een viertal grote thema’s of modules: opbouw, aanval over de flank, aanval door het centrum en verdedigen. Elke module bestaat uit een aantal trainingen die in relatie staan tot elkaar: elke training is een verlengstuk, een verder-uitbouwen van de vorige. Elke oefening, wedstrijdvorm die je in een training aanbiedt staat in directe relatie tot de module waarbinnen je aan het werken bent. Je coaching ga je dan ook aanpassen aan de zaken (functionele technieken en inzichten) die je binnen die module wil bereiken. Wanneer voldoende evolutie is bereikt, schakel je over naar de volgende module.
Daarnaast heb je ook nog een aantal kapstokken die je kan gebruiken om je eigen training kritisch te evalueren, zoals: hoe zat het met de beleving, waren er genoeg winmomenten, waren de vormen uitdagend genoeg, is mijn doel bereikt (is het voetbalprobleem beïnvloed?), zijn er voldoende keuzemomenten, waren er genoeg wedstrijdechte vormen (relatie met positie, wedstrijdsituatie, speelrichting, speelveldgedeelte). Je ziet nog teveel ‘geïsoleerde vormen’ waarbij spelertjes moeten lopen en dribbelen naar vooraf door de trainer aangegeven kegeltjes. Er is geen relatie met de wedstrijd, een situatie of een positie. De spelertjes voeren die oefeningen dan uit zonder na te denken, er is voor hen geen herkenbaarheid in de wedstrijd mogelijk.

Hebben jullie mogelijkheden om je bij te scholen?
Van gericht nascholen is er nog niet echt sprake. Er zijn trainers in Lokeren die cursussen volgen en je hebt ook de cel- en algemene vergaderingen waarin de jeugdcoördinator probeert om nog meer lijn in de opleiding te krijgen. Op dit vlak is er in Lokeren, net zoals in veel andere ploegen (van de ploegen waar ik wat zicht op heb staan Genk, GBA en sinds dit jaar Club Brugge duidelijk het verst en is er echt sprake van een verticale lijn), nog heel wat werk voor de boeg. Tegelijkertijd vind ik ook dat we met Marc De Malsche wel iemand hebben die daar werk wil van maken. De wil alleen is natuurlijk onvoldoende, er moeten ook een heleboel randvoorwaarden vervuld zijn zoals een technisch directeur die de schakel vormt tussen jeugd en eerste elftal (genre Willy Reynders), een drietal mensen die de coördinator ondersteunen bij het echt mee-vormgeven van trainingen en begeleiding (samen bewaken die de opleingsvisie, voor mij een essentiele aanpassing om ècht te willen evolueren als opleidingscentrum), aanpassingen aan de accommodatie (velden), … Als je ziet hoeveel mensen zich, voor het overgrote deel belangeloos, inzetten voor de jeugdwerking, dan verdient die jeugdwerking een zo goed mogelijke omkadering (zie vorige zin).
En dan komen we bij de factor ‘geld’ terecht. Het jeugdbudget is in veruit de meeste nationale jeugdploegen nog veel te beperkt. Men investeert te weinig in de begeleiding van de jeugd, maar tegelijkertijd eist men wel dat diezelfde jeugdopleiding kant-en-klare talentjes aflevert voor het eerste elftal! Een grote contradictie, nietwaar!
In vergelijking met sommige buurlanden is er gewoon een ondermaats uitgebouwde (jeugd)sportcultuur in België. In Nederland hebben vele nationale clubs een hechte en concrete samenwerkingsband met enkele scholen. Dit heeft zo zijn voordelen: de club kan heel makkelijk toezien op de schoolprestaties, vervoer is geen probleem, trainingsuren kunnen onderling worden afgesproken, de school houdt rekening met de clubactiviteiten e.o., er is dus een goede communicatie mogelijk tss. school en club. In ons landje staan we daar nog zo ver van, school en club communiceren bijna niet, alleen supertalenten in bepaalde sporten (vb. tennis) kunnen vrij worden gemaakt voor extra trainingsuren. Jammer…

Heel af en toe ga je eens 'uit je dak', een trainer die supporter wordt? Of zien we dat verkeerd?
Hier wil ik heel duidelijk in zijn. Achteraf ben ik heel ontevreden over die momenten. Je bent coach, geen supporter. Je moet als model fungeren en je emoties onder controle kunnen houden. Tijdens de rust of na de wedstrijd zal ik dan ook de spelertjes erop wijzen dat ik op zo’n moment geen goed voorbeeld heb gegeven.

Kunnen onze jongens je nog verbazen? Kan je hier een voorbeeld van geven?

Deze groep heeft me al regelmatig verbaasd op wedstrijd. Wat me vooral bekoord heeft tijdens hun sterke, dominante momenten is de manier waarop dat gebeurde. Ze kunnen niet de tegenstander vastpinnen vanuit fysiek overwicht, agressiviteit in duels of zware pressing op de balbezitter. Ze moeten het bijna allemaal hebben van hun techniek en inzicht, en dit vind ik zo knap van hen! Vaak sta ik dan ook stilletjes te genieten. De wedstrijd op Roeselare was daar inderdaad een schoolvoorbeeld van, klasse! Maar zo herinner ik me nog wel een aantal wedstrijden waarbinnen deze kerels perioden hadden met echt heel knap voetbal. Soms hartverwarmend en bijna altijd zoveel voetbal-plezieriger dan 90% van de eerste klassewedstrijden, waar je daarbij nog zoveel moet voor betalen. Neen, dank u, geef mij maar jeugdvoetbal!

Geen opmerkingen: